Vakantie ...
Vakantie …
Het is eigenlijk heel vreemd dat de warmte en de klamme benauwdheid zo snel wennen. Mijn tempo schiet in een duizelingwekkende vaart omlaag en ik vind het allemaal heerlijk. Ik zie (overigens prachtige!) foto’s op FB met bevroren bomen en weilanden, lees horrorverhalen over mist en vele uitgevallen vluchten en ik kan alleen maar grijnzen… ik zit hier lekker in warm Kenya te genieten van alles.
Inmiddels heb ik Vincent (en alle andere lieve mensen) van Tulia Backpackers in Mombasa weer verlaten, hoewel ik uiteraard wel meteen gereserveerd heb voor de terugreis.
Het was een dolle boel gisterenavond. Er was een grote groep Duitse jongeren en later kwam daar ook nog een groep Nederlandse jongens bij. Stel je een bar met muziek voor, zo’n 30 (later toch allemaal wel dronken) jongeren en een zwembad en je hebt ongeveer het beeld van de avond tot zo’n uur of 2 in de nacht. Daarna moeten de NL jongens op de een of andere manier toch boven naar hun dorm (slaapzaal) en de Duitse jongeren naar hun tenten… achter mijn kamertje. Dikke pret. Daartussen door bevinden zich aan weerszijden van mijn kamer twee aggregaten, die de hele avond loeien want de elektra is uitgevallen. Ze zorgen voor stroom overal op het terrein, behalve op mijn kamer! Maar goed, luidruchtig dus. Maar ook gezellig.
Ik ben al vroeg naar mijn kamer vertrokken, moet een beetje bijslapen. En toch ook weer vroeg op met de onvermijdelijke duik in het zwembad. Na het ontbijt, spullen pakken, nog wat troostende woorden voor de jongens met hun giga-kater, staat Bongo al weer op me te wachten. Bongo is geen echte Keniaan, want hij is altijd op tijd
. Ik schrik ervan, want ik heb me met de landing in Mombasa meteen weer volledig aangepast en ben dus te laat.We rijden door druk Mombasa naar de ferry. Bongo heeft goed uitgerekend hoe laat we het beste kunnen vertrekken, want de wachtrij (soms úren!) is superkort en na een half uurtje rijden we aan boord.
Ik krijg het overigens nog bijna aan de stok met Bongo omdat ik foto’s aan ‘t maken ben en hij me bezweert om daarmee op te houden voordat ik gearresteerd word. Je mag namelijk niet zomaar overal foto’s maken, maar uhhhh, dat was ik vergeten. Nou ja, niet echt natuurlijk, zoiets als Oost Indisch vergeten….
Ik weet een boze politieagent van mijn lijf te houden (en mijn telefoon uit zijn handen te rukken) door te zeggen dat ik helemaal niet aan het fotograferen was, maar mijn mail aan het checken. Hij gelooft me niet echt, maar ik draai me om en ga weer terug in de auto.Als we zonder verdere problemen aan de overkant zijn, begint het te regenen. Eerst druppelen, later komt het met bakken uit de lucht vallen. Maar zo plotseling als het begint, is het ook weer over. De hitte is meteen drie keer zo beklemmend. ‘Ja,’ zegt Bongo, ‘humidity is terrible, but …’ En dan vertelt hij over zijn bezoek aan Nairobi, waar hij het zo koud had en ‘zijn’ Mombasa vreselijk miste. Voor hem hoeft dat niet, hij neemt die beruchte ‘humidity’ op de koop toe.
Mbuyu Beach Bungalows in Msambweni… ja, het is en blijft geweldig om hier weer te zijn. Ik word weer door iedereen hartelijk welkom geheten en krijg tot mijn verbazing huisje nr. 5 (met vijf slaapplaatsen) toegewezen. Ik hoor dat de mensen die hierin zaten last hadden van muggen. Mmmm, apart. Er zijn namelijk overal muggen (na zonsondergang) en als je je nou maar insmeert, je muskietennet dichthoudt en de ventilator aanzet, heb je nergens last van. Tenminste ik niet. ‘Ja,’ zegt Isabel (de eigenaresse), ‘dat wist ik, dus ik heb ze jouw kamer gegeven.’ Prima hoor, ik vind het goed.
Op mijn bed heeft Karafu (een van de schoonmaaksters) een prachtig hart gemaakt met bloemen. En ze blijft maar roepen ‘karibu, karibu sana’ (welkom)…
In de tuin staat een alternatieve kerstboom…. zie foto
Zwemmen in zee, zwemmen in het zwembad, luieren op een ligbedje, boekje lezen, beetje slapen, nog even wat mails wegwerken, de middag gaat snel voorbij. ’s Avonds zit ik lange tijd op het strand, te genieten van de krabbetjes die rondrennen, het geluid van de branding en het langzaam donker worden. We eten met z’n allen aan een lange tafel. Er zijn veel Duitse toeristen, waarvan een deel morgen en overmorgen weer vertrekt. Ik ga direct na het eten naar mijn ‘huis’ en app wat met Linda en Stijn, mijn ‘Kenia-maatjes’ uit 2013. Dat is leuk omdat zij precies weten waar ik ben en hoe het hier is. Ze willen meteen komen…
Ik geniet, het lijkt wel vakantie.
Een lome groet van
Grada
Normaal ...
Normaal …
Zou ik dit nou gewoon over mezelf heen roepen? Is het een test: hoe stressbestendig ben je en red je het allemaal wel? Ach, ik verbaas me er niet eens meer over, dingen gebeuren zoals ze gebeuren en ik kan me nog zo druk maken, maar dat verandert niets …
Nog nooit ben ik zo vroeg op een vliegveld aanwezig geweest als deze keer op Schiphol. Het is ontzettend mistig deze ochtend, maar dat lijkt me toch geen belemmering om op te stijgen. Ligt mist niet altijd heel laag? Dan kun je er toch gewoon doorheen vliegen? Niks is minder waar. Om 10.30 uur wordt een vertraging gemeld van drie kwartier, een klein uur later nog eens een half uur erbij. Ik bekijk mijn overstaptijd in Nairobi en bedenk dat ik misschien toch wel zal moeten rennen. Maar ach, ik heb priority en bagage van mensen met een connecting flight wordt dan dus als eerste geleverd. Helaas moet je in Nairobi wel je eigen bagage ophalen en daarna weer inchecken op je volgende vlucht.
Ik zit nog niet in mijn stoel of ik val in slaap. Ontbijt (om 14 uur???) en avondeten sla ik over, ik slaap! Ik word pas wakker ’s avonds om 21.30 uur als er nog een keer iets te eten wordt geserveerd. Ik check nog een keer de tijden en maak me nu toch een beetje zorgen. Om 23.05 uur aankomen en om 23.55 uur de volgende vlucht halen, krapjes hoor. Ik vraag het nog even na bij de stewardess maar die is van mening dat ze wel zullen wachten, omdat de vertraging bekend is.
Op Nairobi is het heerlijk warm, 22 graden, maar de mensen daar vinden het maar koud en lopen met jassen aan. Ik heb mijn gympen al verwisseld voor slippers en mijn trui ook al in mijn tas gepropt. Ik wacht bij de bagageband maar wat er komt, geen bagage van Snoek. Het zal toch niet …
Natuurlijk wel. De allerlaatste twee koffers/tassen komen om 00.10 uur op de band en die zijn van mij. Ik ren nog met koffers en al naar de andere vertrekhal, maar daar is de vlucht blijkbaar gewoon op tijd vertrokken. Ik sukkel terug naar de balie van KLM/Kenya Airways en daar staat een Italiaanse mevrouw op zijn Italiaans stennis te schoppen. Ook zij had de vlucht moeten halen, maar dat is duidelijk ook niet gelukt. Ze is razend. Ik sluit me aan en knik af en toe bevestigend. Ze boeken ons om naar een vlucht om 06.30 uur. Daarna willen ze ons eerst in de lounge van de internationale vertrekhal neerzetten, maar daar komen we niet meer in (we zijn al door de douane), security is onverbiddelijk. Dan vinden ze dat we maar in de vertrekhal van de binnenlandse vluchten kunnen wachten. Houten stoelen, zes uur wachten. Dacht het niet, toch? De Italiaanse weet het voor elkaar te krijgen dat we naar een hotel worden gebracht om nog een paar uurtjes te slapen. Ik vind alles best, bel mijn backpackershostel in Mombasa dat ik een dagje later kom en ook Bongo, mijn driver die me zou ophalen op Mombasa Airport met de nieuwe tijd van aankomst. Het hotel is mooi, lekker gedoucht en nog even geslapen. Ik ben tevreden. Om 04.30 uur worden we gewekt en vertrekken we weer naar de airport. Het vliegtuig is op tijd en we zijn dan ook vlot in Mombasa.
Daar staat Bongo me al op te wachten. Wel met de mededeling dat hij me niet naar Tulia (backpackers hostel) kan brengen want hij heeft een andere klus. Hij heeft een tuktuk geregeld en die pikt me op een paar km buiten de airport. Ik moet er om lachen.
Vreemd om te zien dat het blijkbaar noodweer is geweest gisteren. De straten staan blank en autoruiten zijn volledig bruin gespikkeld van de modderspatten. Er liggen enorme plassen aan de kant van de weg en ik kan af en toe nauwelijks voorkomen dat ik in de open tuktuk nat gespetterd word (met modder dan wel te verstaan). Dat het zo regent in dit zomerseizoen is overigens niet normaal, maar ook hier verandert het weer…
Bij Tulia word ik zo hartelijk ontvangen dat ik alle toestanden vergeet. Ik krijg weer een mooie kamer (‘because you need to rest mama!’). Het is druk, het is hoogseizoen (zomer plus feestdagen), alle kamers en dorms zitten vol. Er zijn zelfs een stuk of 15 tenten neergezet, maar Vincent (the owner van Tulia) heeft mijn kamer vrijgehouden. De lieverd…
Ik ga ontbijten en neem een duik in het zwembad. Om 10 uur loop ik naar de Nakumat (winkelcentrum), waar ik in de supermarkt boodschappen doe, hele bundels geld pin
en mijn datakaartje uit mijn wifiapparaatje vol met Gb zet. De jongeman kijkt me verschrikt aan als hij hoort hoeveel ik nodig denk te hebben.Ik loop op halve kracht terug naar Tulia, het is inmiddels zo’n 35 graden en zo vochtig dat mijn kleren aan mijn lijf plakken. Mijn badpak krijg ik bijna niet aan, zo plakkerig ben ik. Ik blijf lekker lang in het zwembad rondhangen tot ik ondanks het warme water kippenvel krijg. Dan duik ik op een ligbedje en lees mijn boek uit, stuur wat dringende mails weg en app wat mensen dat ik goed ben aangekomen. Verzoeken om wat warmte naar NL te sturen, negeer ik. Oh nee, ik houd alles hier!
Morgen brengt Bongo me naar Mbuyu, dat paradijsje op aarde….
En terwijl ik dit schrijf, valt de elektra uit en het mooie is dat ik niet eens verbaasd ben. Dit is toch wel heel normaal …
Lieve groet
Grada
En...?
En … ?
… ben je er klaar voor?
De afgelopen weken heb ik het vaak gehoord. Maar iedereen die me een beetje kent, weet dat ik pas héél kort voor vertrek zeer zorgvuldig mijn werkspullen (twee laptops, ladingen opladers, muizen, mappen met papieren gegevens, etc.) in mijn rugzak doe, mijn fotokoffertje dichtdoe en tot slot kleren en toiletartikelen in een koffer gooi. In die volgorde ook.
Een koffer met gekregen kleding voor de meest arme mensen in Kenia staat al langer klaar: dank jullie wel lieve collega’s van ZOKrachtig! En dank aan Henny, Hetty en Amanda voor de tweedehands smartphones die ik weer zo belangeloos heb gekregen!
En dan blijkt er gewoon ook nog tijd te zijn voor alle afrondende zaken: planten watergeven, afwasmachine uitruimen, etenswaren verzamelen.
Met kerst heb ik van mijn jongens een bon gekregen voor een koptelefoon en ik bedenk dat ik daar ook nog wel even tijd voor heb. En met het vooruitzicht van vijf en een halve week zomer in Kenia (en dus weinig sporten voor deze dame
) vind ik dat ik maar even naar Amersfoort moet fietsen. Onderweg in het bijna lenteachtige zonnetje mag ik op verlaten weggetjes even luidkeels meezingen met de Top 2000.En dan word mijn stressbestendigheid toch nog even op de proef gesteld! De ketting loopt van de fiets en het zingen vergaat me een beetje. Ik lig in schone kleren, die ik eigenlijk schoon had willen houden voor ná Kenia, op de vieze grond en leg dat ding er weer om. Natuurlijk heb ik geen doekje bij me, dus met pikzwarte vingers kom ik bij de Mediamarkt, waar een hele leuke verkoper mij eerst even de weg wijst naar een toiletruimte, waar ik mijn handen (en mijn gezicht, dank je wel jongen!) mag schoonpoetsen.
Natuurlijk blijft het hier niet bij. Op de terugweg, met mijn nieuwe koptelefoon op mee-galmend met George Michael, loopt de ketting er nog twee keer af. Maar hoe vaker iets gebeurt, hoe sneller het op te lossen is. Mijn handen zijn weer zwart en ik blijf met mijn handen zorgvuldig uit de buurt van mijn gezicht. Denk ik. De fietsenmaker verlost mij van deze illusie. Hij heeft zelfs medelijden met me, en maakt de fiets toch nog even. Wat een gelukje bij een ongelukje. Want tja…
Vanavond kleed ik me om, in mijn ouwe kloffie, met mijn geliefde gympen en mijn slippers in mijn rugzak, en vertrek ik eerst naar Amsterdam. Daar mag ik (als eerste logé) bij mijn zoon logeren en brengt mijn andere zoon me morgenochtend, met mijn twee koffers, een loodzware rugzak en mijn onafscheidelijke fotokoffertje, naar Schiphol. Mijn warme winterjas neemt hij weer mee, die heb ik niet nodig.
Kenia, zomer, warmte, KidsCare…
Het is voor het eerst dat ik voor de tweede keer naar eenzelfde project ga. Ik heb redelijk contact gehouden met veel lieve mensen daar en ik kan niet wachten om iedereen weer te zien en te spreken. Er ligt weer veel werk te wachten, maar ik heb deze keer alle weekenden gereserveerd in Mbuyu, zodat ik ook een beetje vakantie heb.
Ik ga naar Afrika, naar mijn andere wereld, en laat een in veel opzichten moeilijk en ook verdrietig 2016 graag achter me.
Ik wens iedereen een hele fijne start van 2017.
Tot de volgende blog uit Kenia!
Grada
Het slotakkoord ...
Ja, er komt een (voorlopig) einde aan de golf van blogs. Maar niet zonder dat ik iedereen heb bedankt voor het lezen, voor het meereizen, voor de reacties. Er zijn al weer zoveel mooie dingen ontstaan na mijn reis ...
Een van mijn opdrachtgevers, Synthon Pharmaceuticals in Nijmegen, heeft aan KidsCare 15 (voor NL begrippen verouderde) laptops beschikbaar gesteld. En dat niet alleen: na volledig gestript te zijn, werden op alle laptops weer een besturingssysteem geïnstalleerd en een Officeprogramma. Mijn speciale dank gaat uit naar de voorzitter van 'mijn' ondernemingsraad, Roel Arends, die zo veel heeft gedaan om deze sponsoring voor elkaar te krijgen.
Op Facebook plaatste ik een oproep: heeft men in mijn netwerk misschien nog 'oude' smartphones liggen voor mijn collega's in Kenia? Ze bellen nog steeds met oude Nokiaatjes, die overigens niet van het onverslijtbare merk Nokia zijn, maar Chinese neppers die het na een half jaar opgeven. Er zijn inmiddels ook smartphones op de markt, duur en ook van een twijfelachtige (Chinese) kwaliteit. Naar aanleiding van mijn oproep op Facebook kreeg ik van lieve vrienden van vrienden
uit mijn geboortestad Den Bosch drie smartphones overhandigd. Ik kon drie mensen zo blij maken! Mochten er nog mensen zijn die nog zo'n smartphone in een laadje hebben liggen, ik houd me aanbevolen!En dan mijn lezers en hun reacties... Jullie beseffen misschien niet wat het betekent om dat mailtje te krijgen: “Xxxx heeft een reactie geplaatst op reismee.nl”… Ze kwamen altijd precies op tijd, als ik even een steuntje in mijn rug nodig had of een schouderklopje. Daarom dank aan iedereen, mijn trouwe lezers!
En voor iedereen nu dan eindelijk het fotoboek! Ik heb mijn blogs erin opgenomen, maar die hebben jullie allemaal gelezen, dus …
Veel kijkplezier via ...
http://www.albelli.nl/onlinefotoboek-delen/18166e31-13e0-4a7b-bdb2-ec97470d0844 (kopieer de link) of
Een lieve groet van
Grada
Niet helemaal voorbij ...
En dan is het voorbij... de 5 weken, die zo lang leken, waar geen eind aan zou komen. Het leven in NL neemt me weer volledig in beslag, met prachtige en soms ook lastige opdrachten. En met mooie ontmoetingen, met heerlijke gesprekken, discussies, met moeilijke en makkelijke beslissingen. Met ijskoude winden, met een enkele sneeuwvlok en dan ineens met zon en warmte.
Ik merk dat ik eraan toe ben om mijn fotoboek af te maken...
Maar de tijd ontbreekt. Ik ren en vlieg, haast me en maak weer af en toe hele 'rondjes NL' (zoals ik dat altijd noem). Werk soms halve nachten door zonder dat ik dat nou echt door heb, pak het sporten weer op, en probeer af en toe te socializen. En dat moet natuurlijk een keer misgaan. Het verbaast me dan ook geenszins als ik ineens op een rommelige donderdagmiddag van de trap val: ik vergeet gewoon de laatste tree te nemen en mijn enkel klapt dubbel. Bont en blauw, dik en pijnlijk. Nu moet ik wel gaan zitten ...
En ik neem de tijd. Tijd om het fotoboek af te maken. Om de laatste ontwikkelingen, die verbonden zijn aan die heerlijke tijd in Kenya, op te nemen in dat grote boek; ontwikkelingen zoals het krijgen van 15 laptops van Synthon, gewoon omdat ik het vroeg.
Ik zoek in mijn fotoarchief van zo'n kleine 3000 foto's van iedereen in Kenya die ik een plekje wil geven. Ik zoek, kijk, glimlach, mijmer en geniet. Een enkele keer merk ik dat ik geen foto heb van iemand, die toch niet mag ontbreken in mijn fotoboek; dan haal ik de foto maar van Whatsapp, of FB... dat mag de pret niet drukken...
En terwijl ik lege vakjes vul met foto's, kom ik langzaam aan het einde. 120 pagina's is het maximum wat ik kan vullen. En dat is maar goed ook, want anders ging ik maar door!
Ik lees nog eens alle reacties, die op grada-in-afrika.reismee.nl zijn geplaatst. Wat is dat toch leuk, als mensen zo met je meereizen. Dank aan al die trouwe lezers die mij een berichtje stuurden, ik heb ze allemaal gelezen en opnieuw gelezen. Ik heb er van genoten!
En dan schrijf ik bij alle fotootjes snel iets, wat in me opkomt. Vijf weken Mshiu, vijf weken KidsCare centre. Vijf weken opgenomen worden in het warme leven in Afrika, vijf weken genieten. Het zijn mensen die ik nooit zal vergeten.
Rashid |
de beachboy die me bij Mbuyu zoveel kon vertellen over de visserij in Kenia, maar het ook heerlijk vond om zijn volleybalteam te promoten! |
Wycliffe |
de Social Worker die altijd grapjes maakte, me altijd aan het lachen maakte en waarvan ik het jammer vond dat hij zijn eigen office in een van de dorpen kreeg, zodat we elkaar minder zagen. |
Arda |
de wijze vrouw die na een paar weken al weer vertrok, maar waar ik veel van geleerd heb. |
Ali |
die ik enorm bewonder om zijn doorzettingsvermogen, onuitputtelijke energie, die worden ingezet voor KidsCare, zijn droom! |
Derrick |
die de kindertjes zo'n pijn deed, maar met het hart op de goede plek, die enorme hoeveelheden ugali kon eten (brrrrrrr). |
Adisha |
die net als alle kindertjes in de hele wereld ontzettend lastig en stout kon zijn, maar die je met één blik kon betoveren. |
Ann |
de mama van Adisha, die zich 10 slagen in de rondte werkte en haar kindje elke dag weer moest achterlaten bij mama Fridah. |
Gerard |
die zijn droom niet alleen droomt maar ook probeert waar te maken! |
Johan |
die in de paar weken dat hij op het centre rondliep, als een echte bob de bouwer tekeer ging en Omari in een sneltreinvaart opleidde tot klusjesman! |
Alunda |
die ons in zijn giga 4WD overal heen reed en niet alleen verhalen vertelde maar ook enorm veel vragen stelde. |
Karisa |
die elke nacht weer waakte over KidsCare centre, zodat we allemaal rustig konden slapen. |
Lisette |
die samen met Gerard en Ali keihard werkt aan het verwezenlijken van hun droom, KidsCare. |
Philip |
de onvermoeibare en soms drammerige beachboy die zulke prachtige dingen kon maken en zijn afspraken altijd nakwam. |
Bongo |
de 'safari-man' die ik leerde kennen in 2013 en die direct beschikbaar was om me dit keer naar het vliegveld te brengen! |
Fridah |
de nyanya van Adisha, de mama van Ann, met haar prachtige verhalen in de keuken, iedereen houdt van haar! |
Phelister |
de nieuwe Central Social Worker die werd aangenomen toen ik er was. Ze kijkt altijd heel boos … maar is heel lief! |
William |
de Social Worker die als eerste een eigen outreach office kreeg. Ik mocht bij de opening zijn. |
Evelyne |
de veelzijdige Sociale Worker, want zij kon ook vloeibare zeep maken en trainde haar collega’s! |
Josephine |
met haar mocht ik de outreach in en leerde haar kennen als een gepassioneerd mens, die zo graag haar Kenya wil verder brengen! |
Peter |
ook een nieuwe Social Worker uit mijn periode. Hij had dure spullen (een dure zonnebril, een mini-tablet waarmee hij belde). Voor mij betekende het dat zijn hart op de goede plek zit, want alleen dan kun je werken bij KidsCare. |
Abdallah |
de rebel onder de Social Workers. Ik had een zwak voor hem maar inmiddels moest hij vertrekken. |
Peter |
de ‘hotline IT’ in NL, waarbij het een beetje jammer was dat hij maar 36 uur per week werkte … |
Jamal |
de beachboy uit Msambweni die ik al kende uit 2013 en die prachtige coconutbirds kan maken! |
Gloria |
mijn super-leerling, mijn collega, mijn protégé. En wat heb ik veel van haar geleerd: rust, kalmte, even pas op de plaats… |
Edward |
Head of the Social Workers, die zo bereid was te luisteren naar mijn adviezen en daarnaast gewoon graag met me praatte! |
Mazera |
de nieuwe guard/caretaker, een maatje voor Omari en voor Karisa, zodat deze laatste niet altijd, 7 dagen per week, on guard hoefde te staan ’s nachts! |
Omari |
de klusjesman, in twee weken klaargestoomd door Johan, onze bob de bouwer! |
George |
de deputy director, verantwoordelijk voor HR en Finance, die soms zoveel woorden nodig had om iets uit te leggen, maar wier warmte en aandacht ik niet gauw zal vergeten. |
Juma |
de Farm Expert, die eigenlijk gewoon Emmanuel heet, mijn fantastische leerling in computer class, wow! |
Abdallah |
een van de farmers, die gelijk jarig is met Fridah en die het zo leuk vindt om mij op FB te volgen. |
Mama’s |
de drie mama’s uit de kitchen van mama Fridah. Nooit te beroerd om lang te werken, nooit ‘moe’, altijd bezig. |
Modi |
een van de farmers die mij tijdens mijn droomtocht met Josephine meenam op de motor. |
Oma Modi |
de oma van Modi, die door de zoveelste keer malaria overal wondjes en wonden had. Het was niet duidelijk of de gaten in haar oren ook van de malaria kwamen of dat het een schoonheidsdingetje is… |
Isabelle & Werner |
het paradijs op aarde hebben deze twee bijzondere mensen geschapen: Mbuyu Beach in Msambweni is een plekje waar de wereld voor eventjes zo is, zoals het bedoeld is. |
Een aparte plek voor Roos! Roosmarijn, mijn inspiratiebron, mijn Afrika-soulmate, en inmiddels mijn lieve vriendin. In 2013 maakte zij mij, tijdens mijn eerste reis in Kenya, nieuwsgierig naar KidsCare. Ze vertelde haar verhaal, haar droom, haar passie, hoewel ik toen ook al wel zag dat het allemaal niet eenvoudig was. Het liet me allemaal niet los.
Ons 'Kenya clubje 2013' komt jaarlijks nog bijeen en regelmatig werd er (als ze met me meereed) veel gepraat over KidsCare. Mijn nieuwsgierigheid bleef, mijn vraag of ik daar nou niet eens een keer naartoe kon, werd niet beantwoord. Tot eind 2015 ... toen werd mijn 'geduld' (heb ik helemaal niet, hahaha) beloond en werd ik gevraagd of ik iets kon betekenen voor KidsCare, voor het secretariaat ... Het kon niet op een beter moment komen en ik kon alleen maar roepen: 'JAAAAA'.
De heimwee die ik nu voel, is een dubbel gevoel. Want in NL heb ik ook zoveel, mijn man, super-zonen en lieve schoondochters, mijn lieve vrienden en vriendinnen, mijn fantastische collega’s, mijn bijzondere werk en vrijwilligerswerk.
En aan de andere kant: de mensen die mijn vijf weken KidsCare zo bijzonder hebben gemaakt, mis ik enorm. Ook de warmte, de zon, de eenvoud van het leven. En ik laat het niet los, dat kan niet/nooit meer!
Ik ga terug, ik ga zeker terug naar KidsCare; de plannen om dat samen met Roos te doen, worden steeds concreter. En dat maakt me blij!
Tot mijn volgende avontuur!
En met een lieve groet van
Grada
Op weg ...
Het zijn hectische dagen, die laatste dagen in Mshiu, bij KidsCare. Ik wil nog zoveel, ik wil iedereen nog even spreken, ik wil van iedereen een foto, ik wil van iedereen afscheid nemen. Maar ik wil ook alles afronden…
Maar zoals gebruikelijk komt daar niets van terecht. Ik begrijp ook eerlijk gezegd niet waarom ik er toch altijd nog van uitga dat ik van alles kan plannen. Het hoort zo niet bij mij! Want mijn planningen deugen heus wel, maar er komt altijd iets tussen
Maandagavond vertrekt Edward, Head of Social Workers Department, naar zijn gezin in Nairobi. Vlak voor zijn vertrek praten we nog even de laatste dingen door, maar ik merk dat hij me nu ook wel zat is
Hij wil nu gewoon weg, laat trots zijn bus ticket zien en ik zie dat hij zo’n kleine 10 uur in de bus zal zitten en dat dan vanaf Mombasa gerekend. En dat is weer zo’n 2 tot 2,5 uur van Mshiu verwijderd. Het is nogal een verschil met mijn vlucht van drie kwartier …Ik heb me gedurende de periode bij KidsCare regelmatig verbaasd over de mensen die er werken. Ze komen allemaal van ver, uit Nairobi of uit Kilifi in het noorden van Kenia. Ze wonen in de buurt van Mshiu, bijvoorbeeld in Kanana of Mangwe, beide zo’n 6 km van KidsCare verwijderd. Ze wonen in een soort verzamelgebouw met aparte kamers, met een wasgelegenheid, kookgelegenheid etc. En dan heb ik het niet alleen over vrijgezelle jongeren, nee, ook de oudere werknemers komen van ver, hebben gezinnen met kinderen en gaan, ook als ze dichterbij wonen (bijvoorbeeld net boven Mombasa) echt niet elk weekend naar huis. De werknemers die veel verder weg wonen, gaan één tot tweemaal per jaar naar huis, meer is niet mogelijk, niet alleen qua tijd (een weekend duurt zo’n anderhalve dag) maar ook vanwege de kosten.
Het is overigens volstrekt gebruikelijk om zo te leven, maar mogelijk heeft het wat forsere personeelsverloop hiermee ook wel wat te maken. Ik geloof dat ik het al eerder heb geschreven, maar na de twee weken sluiting van KidsCare in december 2015 kwam een Social Worker niet terug, omdat haar familie het niet meer toestond: ze moest thuis blijven, trouwen en kinderen krijgen. En dat zal ook wel gebeuren, hoewel ik het bijna onvoorstelbaar vind dat een gestudeerde vrouw door haar familie kan worden tegengehouden …
Dinsdag is een enorm drukke dag. Er is een externe partij die een training heeft in een van de trainingsruimten. Alle deelnemers blijven ook slapen en het is een drukte van belang. De douche is constant bezet en ik verbaas me erover dat er zo ontzettend lang (en dan bedoel ik ècht ontzettend lang – een enkeling zelfs een half uur!) wordt gedoucht. Dat doe ik niet eens in NL, waar de vier minuten ‘wekker’ irritant aanwezig is in mijn douche, laat staan hier waar er toch geen overvloed aan water is…
Mama Fridah is druk bezig met koken en bakken. De bak met mandazi’s (zoete ‘flapjes’) staat al te wachten. De mama’s roeren zich een ongeluk in grote pannen in de buitenkeuken.
Overdag loop ik vooral met Gloria alle dagen van de week door en probeer een soort schema voor haar op te zetten: wat hoort bij welke dag. Af en toe loop ik even weg, en als ik terugkom zegt ze dat ze niet zal wennen aan het feit dat ik niet meer naast haar zal zitten. Ja, lieve Gloria, ik ga je ook missen!
’s Avonds ontloop ik de drukte en de nieuwsgierige blikken van de bezoekers, verstop ik me maar een beetje in de keuken, eet met mama Fridah en de andere mama’s die allemaal nog aan het werk zijn. Adisha heeft ineens razendsnel door dat ze selfies kan maken en schiet er heel wat! En hoewel ik echt niet van selfies hou, hou ik er toch stiekem een paar want ik sta er samen met mama Fridah, Ann en Adisha op!
En natuurlijk ga ik nog even de kippenren in, afscheid nemen van Poppy en die rare kippen, haan en de geiten. Ik zie de nightguard Karisa (de zoveelste Emmanuel
en die we dus met zijn tweede naam aanspreken) komt aanlopen met de fiets met al zijn jerrycans. Ik ga al deze vertrouwde beelden missen …Ik slaap onrustig en voel me ook als ik wakker ben onrustig. Het komt te dichtbij en ik heb het gevoel dat ik nog niet klaar ben. Dat heeft natuurlijk ook absoluut te maken met het feit dat mijn lieve kleine zusje meldt dat het vrijdagochtend vroeg zal vriezen en ik dus moet vragen aan mijn zoon, die me komt ophalen, dat hij dikke jas, das, wanten, dikke sokken etc. moet meebrengen. Ja, duh… ik wil er gewoon nog helemaal niet aan denken!
Plaaggeest!Ik pak mijn rommeltje in, wat overigens uitermate gemakkelijk past in die enorme reistas die ik onder het bed vandaan trek. Op de heenweg zat daar nog ongeveer 10 kg kleding bij die ik hier natuurlijk heb overgedragen aan KidsCare. Nu heb ik alleen mijn kleine beetje kleding (netjes opvouwen hoeft dus niet
), mijn toilettasjes en alle souvenirs. Zelfs alle coconut-birds passen er makkelijk in.Voor het ontbijt nog ga ik even zwaaien naar Adisha, die door haar moeder (Ann) naar de bus wordt gebracht. Ik zwaai wel, maar zij doet net of ze me niet ziet. Lekker dwars …
Dan vertelt mama Fridah dat ze gebeld is door Alunda: hij zit in Nairobi en heeft een andere chauffeur geregeld die me naar Mombasa zal brengen. Ach, het zal wel goedkomen, denk ik.
Ik ga zonder mijn normale ‘werkspulletjes’ (laptop, Keniamap, etui met mijn potloden ;-) en flashdrives) naar de receptie. Gloria vindt het maar niks, en als ik eerlijk ben, ik ook niet. Voel me een beetje ontheemd en mijn tranen zitten hoog…
Ik heb nog een laatste gesprek met de directeuren, waarin we nog wat puntjes op de i zetten, doornemen wat er nog moet gebeuren in de komende dagen en hoe ik een en ander nog kan volgen vanuit NL.
Het is Therapy Day en ik loop nog even naar de moeders, die wachten in de conference hall of bij de receptie. Ze draaien hun prachtige kindjes naar me toe, zo van ‘maak nog maar een foto’. Ik krijg ‘high fives’ van de moeders en een zwaai en een klopje op mijn rug. Ik vertel maar niet dat ik vandaag vertrek.
En dan is het, na mijn laatste lunch, tijd: afscheid van mama Fridah, van de mama’s in de keuken, van Juma, van zijn farmers, van Gloria, van Ali, van George. De tranen van Fridah en haar ‘You will come back, you have to come back!’ maken mij ook aan het huilen. Natuurlijk kom ik terug!
Ali komt me halen: mijn ride to Mombasa is er. Een laatste knuffel, een laatste zwaai. En dan roept een van de moeders met haar zwaar gehandicapte grote dochter (Mulhat Rama) me: gaan we richting Ukunda? En zo ja, mag ze dan misschien meerijden? Ik krijg tranen in mijn ogen als ik zie hoe ze moet zeulen met haar veel te grote dochter op haar heup, en kan alleen maar ‘ja natuurlijk mag dat’ zeggen. Maar eigenlijk weet ik helemaal niet of dat wel mag, want ze krijgt natuurlijk reiskostenvergoeding van KidsCare, maar op dat moment kan het me allemaal niet schelen. Ik neem me voor het aan KidsCare terug te betalen als mijn besluit problemen oplevert. Ze stapt in en beiden zitten duidelijk heerlijk relaxt op de achterbank. De chauffeur vindt het maar niks geloof ik, maar ook dat boeit me even niet…
We rijden een stuk verder dan Ukunda, voordat de moeder op haar plaats van bestemming is. Ik vind het ongelofelijk dat zij met Mulhat zo’n eind reist naar KidsCare, maar bedenk later dat ze misschien wel op bezoek gaat bij familie of zo. Want Ukunda ligt niet in de regio Lunga Lunga, waar KidsCare werkzaam is, dus ze zal daar ook wel niet wonen.
We rijden daarna door en ik vraag aan de chauffeur of hij weet waar hij me af moet zetten. Nou, dat is maar goed dat ik dat vraag, want hij zou me toch zo op het vliegveld hebben afgezet. Lekker ding … ik laat hem de directions lezen, die in mijn mail staan en hij zegt het wel te weten. Jaja, dat is een leugentje om bestwil. We zoeken ons te pletter, en ik zeg op een gegeven moment dat ie het maar even moet vragen! Eindelijk, na bijna 3,5 uur kom ik bij Tulia Backpackers House aan en krijg zomaar een aparte kamer ‘because one dorm is full and the other dorm has been disinfected’. Okay, wil ik het weten? ‘Cockroaches’… oh, is dat alles?
Ik ga met mijn laatste Tusker bij het zwembad zitten en kijk naar de caviaatjes die rondscharrelen; app mijn zoon dat ze hier gewoon rond kunnen lopen en niet opgegeten worden (zoals hij in Zuid Amerika deed!). ’s Avonds eet ik een heerlijke vegetarische maaltijd met veel groente. Groente, ja dat heb ik de laatste vijf weken wel een beetje gemist, behalve natuurlijk als er chicha of ocra was, hoewel … vallen uien ook onder ‘groente’? Die heb ik voldoende gegeten! Ik lees mijn boek uit (mijn enige boek waarin ik tijdens mijn verblijf in Kenya ben begonnen) en begin meteen in het volgende. Morgen heb ik vast ook nog wel tijd om te lezen …
Donderdag zorgt de receptioniste dat de order bij Bombolulu wordt gebracht. Dat heb ik niet helemaal begrepen dus ben ik al onderweg met de tuk tuk als ik hoor dat het zal worden gebracht. Ik zeg ‘ach, ik ben er nu toch, geef maar mee’ maar trek die woorden direct in als ik de enorme doos zie waarin alle spullen zitten die ik mee mag nemen naar NL. ‘Breng maar even langs’ stamel ik en spring weer in mijn tuk tuk. Ik doe nog wat boodschappen in de Nakumat, breng een bezoekje aan Juliana, die ik drie jaar geleden ontmoette op de markt en krijg nog wat cadeautjes mee, die ik absoluut niet mag afslaan. Ik vrees met grote vrezen dat ik een koffer bij moet kopen …
Maar dat valt mee. Met het zweet op mijn rug weet ik de koffer opnieuw (en nu wat netter) in te pakken. Alles gaat er in, maar ik probeer ‘m nog maar even niet dicht te maken! Ik loop naar de receptie om mijn rekening te betalen. Er is net een jonge vrouw aangekomen, die duidelijk haar bagage kwijt is. Ze heeft lekkere warme bergschoenen aan, en ik zie een dikke trui in haar rugzak. Ze is NL en ik zeg dat ik wel wat kleding, een handdoek, een bikini en slippers wil achterlaten. Die heb ik toch in NL niet nodig, toch? En dat bevestigt ze! Het is koud in NL …
Een uurtje later heb ik mijn spullen klaar, waarbij ik mijn bijna uit elkaar vallende, zeven jaar oude badpak ritueel heb weggegooid… Bongo, mijn chauffeur die me naar het vliegveld zal brengen, is reuze op tijd en ik vraag me af of hij denkt dat ik vier uur voor vertrek aanwezig moet zijn. Maar ach, ik ken de inmiddels eindeloze veiligheidsmaatregelen, de vier of vijf keer je laptop uit je handbagage halen etc. dat ik het wel okay vind. Mijn reistas komt ook door de scanner (ik heb natuurlijk schelpen en dode stukjes koraal bij me, wat verboden is) en ik app meteen naar NL dat ik zeer waarschijnlijk wel alle vluchten zal halen die ik geboekt heb (en geen nachtje in de cel hoef door te brengen)
Ik krijg meteen een berichtje terug ‘nou mam, uit ervaring kan ik zeggen dat het altijd nog mis kan gaan, hoor!’ Dit is een opmerking die refereert aan mijn oudste zoon, die dit soort onhebbelijkheden van zijn moeder heeft geërfd: op tijd op het vliegveld zijn, maar bij de verkeerde gate gaan zitten en dan op een gegeven moment denken ‘hé, dat is raar …’. Ja, wij Snoeken kunnen er wat van!Met boek en laatste Stoney (gember frisdrankje), benen op een andere stoel … de tijd vliegt. En dan binnen drie kwartier in Nairobi. Ik denk aan Edward die er zo’n 10 uur over deed met de bus. Het regent als we aankomen in Nairobi en ik vind het maar bar koud (16 graden). Na een klein uurtje (die je wel nodig hebt voor de volgende vijf veiligheidscontroles) wordt er omgeroepen dat we kunnen boarden, en dan gaat het natuurlijk weer mis. Twee uur zitten we in het vliegtuig dat maar niet vertrekt. Het is me een raadsel waarom we al mochten boarden …
En dan neem ik mijn slaaptabletje in en slaap zelfs door het ontbijt (ja pfff, om 4 uur ’s nachts …) heen. Mijn buurman vindt het op een gegeven moment wel genoeg en maakt me zachtjes wakker. Ik kan niet zo snel bij mijn rugtas en loop op mijn slippers naar de bagageband (het lijkt wel een marathon, zo ver is het), waar mijn tas al eenzaam rondjes draait. Ik ga de deur door … op weg naar mijn andere leven!
Met een bibberende groet
Grada
Vijf weken ...
‘Aan alles komt een eind, kind’, zei mijn moeder vroeger. ‘Maar aan de leuke dingen komt veel sneller een eind dan aan niet leuke dingen!’ riep ik dan boos. Niet dat dat ook maar enigszins hielp, maar eigenlijk vind ik dat nog steeds een waarheid als een koe
De laatste volle week is ingezet. Donderdag is er de opening van de derde Outreach Office in Kikoneni (van Social Worker Josephine) en ik lig weer in een deuk als ik zie hoe ze 30 stoelen transporteren naar de office voor de openingsceremonie. Het blijft me verwonderen hoe oplossingen worden gevonden en gewoon uitgevoerd!
Het is een fantastische opening met veel hooggeplaatste bezoekers en dat is weer goed voor de naamsbekendheid van KidsCare.
Vrijdag is er een (voor mij) belangrijke gebeurtenis: de deputy director George (verantwoordelijk voor HR) zal twee regelingen, die net deze week zijn opgesteld toelichten. Ten eerste de nieuwe regels over leaves (vakantie/vrije dagen), de decembersluiting van KidsCare (meestal twee weken), sickleave, compassionate leave etc. Het is iets waar ik vanaf het begin dat ik hier ben mee ben geconfronteerd: de onduidelijkheid over wanneer je nou vrij mag nemen c.q. moet nemen. Ik heb getrokken, geduwd, voorbeelden gegeven, gepraat als Brugman, heb geadviseerd en gemasseerd, en uiteindelijk een deadline gesteld. En dat heeft geleid tot een duidelijke (nou ja… Keniaanse) regeling gebaseerd op government regulations. En die zijn soms heel veel beter dan de NL regels: een vader heeft bijvoorbeeld twee weken vaderschapsverlof!!! En daar kom je dan in NL met je twee of (misschien in de toekomst) vijf dagen!
De tweede regeling betreft de regels omtrent gebruik van KidsCare equipment, zoals laptops, helmen, motorbikes etc. Nu KidsCare groeit is het belangrijk om dit soort zaken goed te regelen, zodat niemand zich tekort gedaan voelt en iedereen hetzelfde wordt behandeld. Het is eigenlijk vrij simpel: als je toestemming hebt om iets van KidsCare te gebruiken buiten werktijd en het raakt zoek of gaat kapot, dan moet je binnen maximaal een maand de kosten vergoeden zodat KidsCare het geleende kan vervangen. Ik zie bijna meteen na het bekendmaken van deze regels, dat er nauwelijks meer spullen van KidsCare voor privé doeleinden worden gebruikt.
Het is een bijzondere bijeenkomst, waar veel vragen worden gesteld. Het wordt heel duidelijk dat men voor HR-zaken bij George kan aankloppen, dat zijn deur altijd open staat. Ik hoop voorzichtig dat andere regels ook op deze manier worden opgesteld.
Zaterdagochtend lijkt een rustige ochtend te worden: ik zal eerst mijn laatste computerles geven aan mama Fridah en Emmanuel (die ik overigens Juma noem, omdat er zoveel Emmanuels rondlopen hier) en daarna hoop ik even te kunnen kijken bij de training ‘soapmaking’, gewoon … omdat ik misschien in NL ook wel vloeibare zeep wil gaan maken
… En daarna, liefst een beetje vroeg deze keer, voor de laatste keer naar Mbuyu. Heerlijk ….Maar dat is natuurlijk ijdele hoop: al deze ideeën over rust en vroeg stoppen worden de grond in geboord door een ongeluk.
Het is deze zaterdag ongelofelijk heet, en het liefst blijf ik onder de ventilator aan het plafond staan. Komt goed uit, mijn twee studenten zijn druk met het plaatsen van foto’s (die we net hebben gemaakt, en zie vooral de foto van ‘row Grada’, die doet het buitengewoon goed!) in hun weekly report en ik probeer me er niet mee te bemoeien (volgende week moeten ze het echt zelf doen!), hang wat onder de geliefde ventilator en soes een beetje weg. Tot ik een hoop geroep en geren hoor…
Er is een ongeluk gebeurd ‘… just up the road, in front of de casuarena’s…’ Op de weg zie ik heel veel mensen rennen, ik vraag me af waar die ineens allemaal vandaan komen. Ook bij KidsCare zie ik een enkeling lopend of op de motor vertrekken. Edward vraagt me om mee te gaan: ‘you are a nurse, Grada, and maybe you can help’. We pakken de EHBO-kist. Well… kist, het mag geen naam hebben, dit plastic koffertje met een schaar, een rol elastisch verband en een pleister. Ik krijg nog wat handschoenen in mijn hand geduwd en we vertrekken, met de motorbike. Niet veel verder zien we midden op de weg, een beetje schuin, een matatu staan. Overal ligt glas, liggen stukken blik, achterlichten, volgens mij zelfs het frame van de achterkant van het busje etc. We lopen er naar toe en ik vraag of er nog gewonden zijn… ‘Nee,’ zegt de zwaar bewapende politieman, ‘die zijn al weg. Eentje was ernstig gewond, de anderen licht.’
Ik loop eens om de auto heen en zie een lekke achterband, de andere achterband inclusief velg is er niet meer, de auto staat aan die kant op de as. Het is een ongelofelijk gezicht en ik begrijp er helemaal niets van. Ik maak foto’s want ik kan dit ongeluk niet reconstrueren en ik hoop eigenlijk dat iemand me het kan uitleggen. Het lijkt erop dat de matatu gewoon zijn ene wiel is verloren, vervolgens een enorme gleuf in het wegdek heeft ‘geslepen’ en daarna is gaan tollen. Het is niemand echt duidelijk of de vrachtwagen met sinaasappels uit Tanzania die verderop stil staat (met pech) er iets mee te maken heeft; ik zie daar geen schade.
Het doet er ook eigenlijk allemaal niet toe, het is een naar gezicht …
Ik kijk om me heen en verbaas me over het aantal mensen dat hier rondom dit ongeluk staat. Vrouwen, kinderen, mannen, er wordt druk gewezen en geroepen en gekeken… Ik zie enkele Social Workers en farmers van KidsCare, ik zie zelfs Ali staan. Hij vertelt dat hij (gelukkig) net voorbij was toen het ongeluk gebeurde.
De matatu staat midden op de weg, en het verkeer wordt erom heen geleid, rijdt gewoon door het glas heen… (hebben ze hier andere banden dan in NL, ik zie daar nooit iemand zomaar door glas heen rijden). Er worden takken op de weg gelegd, waarmee wordt aangegeven: ‘Afremmen, er is verderop iets aan de hand!’ Een prachtige manier van waarschuwen!
We kunnen niets meer doen en ik vraag vooral de Social Workers om terug te gaan naar KidsCare. Er is tenslotte nog werk te doen. We stappen weer op de motor en rijden terug. Ik hoop dat de gewonden het er goed van af gaan brengen. Het enige wat me ineens een beetje zorgen baart, is dat ik straks ook in een matatu ga stappen om naar Msambweni te gaan…
De training soapmaking wordt door een van de Social Workers gegeven, aan haar collega’s en ook aan mama Fridah. Zelfs Gloria vindt het leuk om mee te doen. Wat een enthousiasme! Er wordt wel veel gelachen en geroepen, zeker als de emmer met (naar mijn mening) 20 liter smurrie met een staafmixer wordt gemixt… Maar, ik moet het toegeven, het ruikt lekker (en op maandagmorgen ziet het er fantastisch - gifgroen - uit!.
Er wordt door Fridah en haar staf een heerlijke lunch geserveerd, met fruitsalade als toetje. Gek, dat ze dat hier zo ontzettend weinig eten en ik hoor dat fruit hier behoorlijk duur is. De Social Workers hebben wel eens een foto van een NL huiskamer gezien met op tafel ‘a big basket full of fruit’. Dat kennen ze hier niet. Er wordt nauwelijks fruit gegeten, ze kunnen het zich gewoon niet veroorloven. En dat in een land waar de mango’s van de bomen vallen …
Door alle toestanden rondom het ongeluk en de training soapmaking zijn we niet toegekomen aan een aantal ‘normale’ werkzaamheden. We gaan na de lunch snel aan de slag, maar het loopt toch wat uit. Een aantal medewerkers is al vertrokken (‘Have a nice weekend! Yes you too!’) en wij, Gloria, ik en Edward, werken nog door om onze nieuwe structuur toch vooral niet nu al te laten stranden…
Maar uiteindelijk sta ik dan toch aan de kant van de weg. Mijn rugzak is vol en zwaar: computer, twee werkmappen, tig opladers, camera, ereader, toilettas, badpak en een schone onderbroek. Er komt een uitermate gammele bus aanrijden. Er hangt iemand in de open deur… ik twijfel. Maar ach, misschien is deze bus wel beter dan de volgende matatu. Hij stopt een stuk verderop en ik baal als een stekker dat hij niet gewoon voor mijn snufferd stopt. De man die ‘mensen scoort’ (zorgt dat de bus stopt als er iemand langs de weg staat) komt aanrennen en neemt mijn rugzak over. Ik sjok rustig naar de bus en stap in en vraag me vervolgens meteen af of de chauffeur misschien een afspraakje heeft over 10 minuten in Mombasa, zo snel vertrekt ie weer. Ik kan niet eens normaal een plaatsje zoeken … knal met een noodgang tegen een kapotte stoel aan waar een tafel op is geparkeerd en ben blij als ik eindelijk zit. Ja, ik weet het nu zeker, de chauffeur heeft na deze rit weekend en een afspraakje. Allemachtig, wat rijdt ie hard. Hij stopt nogal vaak en vluchtig in the village waar ik moet zijn (Msambweni) en ik wacht tot hij de junction (kruispunt) nadert. Ik probeer op te staan, maar hij zet ineens de sokken erin en verdorie… hij rijdt gewoon de junction voorbij. Ik geef een klap op het dak en roep dat ie potverdriedubbeltjes nu toch echt moet stoppen. Ik foeter behoorlijk in het NL en er zijn een paar passagiers, die dit verschrikkelijk vermakelijk vinden. Het ‘sorry sorry sorry’ maakt het niet goed…
Okay… dit is mijn dag niet. Ik loop terug naar the junction en kijk behoorlijk streng naar de tien boda boda’s die om me heen zwermen met als doel een betaald ritje te scoren van een mzungu, die vast wel meer betaalt dan het lokale tarief van 50 Ksh (ha, echt niet!). Ik vraag of ze echt echt echt wel de weg weten naar Mbuyu Beach. Want ik ga niet wéér lopen …
En dan kom ik bij Mbuyu en wordt weer zo hartelijk ontvangen, knuffels van Isabelle en Werner (the owners) en van hun staf. Ik krijg ‘mijn’ oude kamer weer, gooi alles van me af en vis mijn badpak uit mijn rugzak. Heerlijk, het is vloed en ik neem een duik in de overigens lauwe zee. Ik dobber wat rond en voel alle stress van me afglijden. Omdat ik echt geen zin heb in hele gesprekken met mijn vrienden aan de beach pak ik daarna mijn handdoek, mijn muziek en ga bij de pool op een bedje in de schaduw liggen… drie uur later word ik wakker
Jamal, mijn leverancier van de coconut-birds, wacht al op me. Ik heb beloofd met hem mee te gaan naar zijn ouderlijk huis. We lopen door het dorp en we kletsen heel wat af; ik probeer alle vragen zo goed mogelijk te beantwoorden en meteen ook voorzichtig uit te leggen dat Europa het paradijs niet is, dat elk land zijn eigen problemen kent. Of het overkomt weet ik niet…
Bij het huis van Jamal aangekomen krijg ik weer een warm welkom. Er is afgelopen donderdag net een baby’tje geboren, dat ik toch echt moet bewonderen. Wat een klein mopje, en wat is ze weer mooi beschilderd (dat doet men gewoon omdat ze zo’n baby’tje maar ‘kaal’ vinden zonder wenkbrauwen en zo, het heeft verder geen bepaalde betekenis). Maar waar is de mama? Well, die is de was aan het doen, op haar hurken bij een afwasteiltje. Sjonge…
We lopen met een omweggetje terug naar Mbuyu en dan langs het strand. De zee heeft zich weer teruggetrokken en we kijken naar de bootjes die inmiddels vertrokken zijn voor een nacht vissen. Het is een hard leven voor de mensen hier, terwijl de blanke toeristen het toch echt een paradijs vinden. Maar wat is eigenlijk een ‘paradijs’ en is dat ‘paradijs’ dan voor iedereen het ‘paradijs’ en als dat niet zo is, voor wie is dat ‘paradijs’ dan een ‘paradijs’…
Zondag besluit ik maar een paar uur te werken met Betty (een van de 7 poezen op Mbuyu) op schoot, rust heerlijk uit, en wandel nog even over het rif. Hoewel ik in mijn eentje vertrek, heb ik al snel èn Jamal èn Rachid achter me aan: ‘Why don’t you say you want to go to the reef?’ Nou, eigenlijk gewoon omdat ik ook wel eens iets in mijn eentje wil doen
Maar goed, dat is bijna onmogelijk. Ik laat ze maar kletsen, stel af en toe een vraag en ga verder mijn eigen weg. Ik schiet prachtige plaatjes van onder andere spelende kinderen en geniet…’s Avonds neem ik vroeg afscheid van iedereen (‘Yes please, you should come back soon!’ nou, dat hoef je maar één keer te zeggen, hoor!) en wandel nog even langs de beach. De krabben en krabbetjes wandelen ook en schieten weg als ik eraan kom. Ik ga nog even zitten tot ik merk dat ik opgegeten word door de muggen. Ik duik mijn bed in om maandagochtend weer fris te zijn voor de laatste dagen op KidsCare Centre.
Dat lukt behoorlijk. Na een prachtige zonsopgang (het lijkt wel of ik daar nooit genoeg van krijg) blijkt mijn boda boda zomaar op tijd (yeah!!!) te zijn. Ik sta al om 07.15 uur op de junction. Er komt een matatu aanrijden, waar ik volgens de chauffeur nog best bij kan … nou sorry hoor, ik vind 21 man net iets te veel voor een minibusje. Gelukkig stopt er bijna meteen daarna een bus met weinig mensen erin, waar ik snel naar toe loop. Had ik dat nou maar niet gedaan… mag ik hier kortheidshalve naar de paar foto’s verwijzen die ik nog heb kunnen maken terwijl ik heen en weer geslingerd word? Allemachtig, ik dacht dat ik alles wel gezien had, maar dit is de zoveelste dodenrit die ik in Afrika heb overleefd. Als de man van het geld naar me toe komt en ik hem de 100 Kshs overhandig, vraagt hij waar ik naar toe moet. Ik zeg zoals altijd ‘Mshiu’ en ‘KidsCare’. Hij loopt weg en komt na een paar minuten weer terug:‘You owe me another 50 Kshs’. Okay, dit is een foute opmerking en ik ben nu echt pissig. Ik kijk hem vernietigend aan, trek de 100 Kshs uit zijn hand en zeg ‘Dacht het niet jongeman, maar okay, you drop me at the next stop’ en ik wapper hem weg met mijn hand. De man die voor me zit (of eigenlijk bijna op mijn schoot zit, zo erg is die stoel naar achteren geklapt) schiet in de lach. De geldman neemt zijn afgang als een vent, en trekt met een brede smile op zijn gezicht het geld weer uit mijn hand. Het is toch het proberen waard, hóór ik hem denken… We stoppen gelukkig ook nog even om te tanken
want dat doe je natuurlijk niet voordat je vertrekt!Ik ben volledig door elkaar gerammeld als ik bij KidsCare uitstap, check bezorgd enkele ledematen op functioneren, buig en strek mijn rug en voel of mijn kiezen en tanden nog wel allemaal vastzitten. Edward, die halverwege ook is ingestapt, geeft toe dat dit wel een hele erge vorm van openbaar vervoer was. Gelukkig, ik ben niet die verwende Europeaan… zelfs een Keniaan vindt dit wel te erg
Maandagochtend, de ochtend van de overleggen. Eerst de Social Workers meeting en normaal wordt deze gevolgd door de MT-meeting. Vandaag niet. Mama Fridah was zaterdag jarig en ze bakt vandaag een taart. Ze heeft alle medewerkers uitgenodigd om 11 uur. Later blijkt ook nog Abdallah, een van de farmers, jarig te zijn en het feest doet me denken aan mijn verjaardag … heerlijk! Zingen en slaan op pannen en deksels en de taart wordt overhandigd aan Fridah en Abdallah. Ze snijden de taart aan en de stukken worden samen met frisdrank uitgedeeld. Daarna wordt er door Ali (director), George (deputy director), Edward (head of Social Workers department) en mama Fridah (manager Facility & Farm) uitgebreid gespeecht, worden de nieuwe medewerkers voorgesteld (twee Social Workers en een zogenaamde ‘caretaker/guard’) en word ik bedankt voor mijn inzet de afgelopen vijf weken; men is blij met alle adviezen aan de MT-leden, blij met het professionaliseren van het secretariaat en ik … ik kan alleen maar trots zijn op wat we met elkaar in die vijf weken hebben bereikt. Het was hard werken, soms doordrammen (van mijn kant natuurlijk), soms masseren, soms afkappen. Maar wat een respect heb ik voor deze hardwerkende, gepassioneerde, gedreven mensen die hun droom proberen waar te maken, hun droom die in het kort ‘alles voor de kinderen’ omvat.
Dit vertel ik ook in mijn afscheidsspeech. Het is best emotioneel en ik ben blij dat na elke Engelse zin van mij deze door George wordt vertaald in het Swahili… zo kan ik even slikken en diep ademhalen. Als ik aan het eind de hoop uitspreek dat ik toch gauw een keer mag terugkomen naar deze nieuwe familie van mij, deze bijzondere KidsCare family, wordt er luidruchtig ‘yes’ geroepen en geklapt. Ik slik en slik en slik …
Een aantal Social Workers vertrekt en zal ik niet meer zien, en ook Edward vertrekt voor een weekje naar Nairobi, naar zijn gezin. Het afscheid nemen is nu echt begonnen!
Na de korte MT-vergadering (aha… structuur en duidelijke, strakke afspraken werken!!!) gaan Gloria en ik de laatste losse eindjes vastmaken. Het is voor iedereen een drukke week, er zijn bookings, extra gasten voor de guest rooms en ik hoop oprecht dat deze losse eindjes niet in het werk daarvoor ondersneeuwen. Ik zie mijn blocnote steeds leger worden, maar toch … die laatste dingetjes…
’s Avonds zit ik in de keuken van mama Fridah en eet mijn frietjes en ocra en zelfs een stukje kip. Ze heeft wijn gehaald en ik moet dan natuurlijk wel een glaasje drinken. We kletsen wat, ze vertelt over haar leven, hoe ze bij KidsCare is gekomen, en ik vertel over mijn leven, mijn reizen, mijn familie. Dan zwijgen we weer even, kijken elkaar aan en het is goed. Ik neem Adisha op schoot en voer haar af en toe een patatje; ze kijkt en luistert naar de kerstliedjes op de telefoon van Fridah, haar nyanya. Ze valt in slaap, ik red de telefoon van Fridah nog net op tijd van een val op de harde grond en even later voel ik mijn omslagdoek langzaam nat worden …
Lekker, dat wordt nog even douchen!Woensdag zal ik naar Mombasa vertrekken. Mijn slaapplekje (een dorm in backpackers hostel Tulia) is al geboekt. Donderdag zal ik nog wat zaken regelen in Mombasa, spullen ophalen bij Bombolulu (Workshops and Cultural Centre) voor KidsCare. Met Bongo, de chauffeur die ik drie jaar geleden heb ontmoet, heb ik de afspraak gemaakt dat hij me naar the airport brengt. Wat een geregel allemaal…
Vijf weken… wat vliegen ze om. Ik zou nog wel vijf weken willen blijven, hier bij mijn KidsCare familie. Maar ook wil ik zo graag weer mijn kinderen,mijn man,mijn zusje en zwager, al mijn lieve vrienden en vriendinnen, mijn buurtjes in NL zien. Ik wil weer even weten wat het is om kippenvel te krijgen, koude voeten te hebben, onder een dekbed te slapen, de warmte van mijn waterbed voelen…
Vijf weken in mijn andere wereld, mijn andere leven… ze zijn (bijna) voorbij.
Een warme groet van
Grada
Troost ...
Soms vraag ik me wel eens af, hebben andere mensen dat nou ook?
Ik kan zomaar tien verschillende dingen opnoemen waarvan ik vroeger, toen ik klein was, dacht dat alleen ik dat had. Als ik dan later hoorde dat een vriendje of vriendinnetje dat ook had … wat was ik dan opgelucht! Ik was toch niet zo vreemd als ik zelf dacht
Toch zijn er nog steeds (voor mij ‘gewone’) dingen, waarvan ik me afvraag ‘hebben andere mensen dat nou ook’ …
Het is niet altijd eenvoudig om alleen te zijn in een ander land. Niet af en toe te kunnen praten met iemand met dezelfde achtergrond als jij, niet af en toe te kunnen discussiëren over ‘gewoonten’, over ‘normaal’ en ‘niet normaal’, over ‘wat zouden we toch graag …’. Over de dingen die je meemaakt, leuke dingen maar ook heftige dingen. Niet af en toe te kunnen vragen ‘hoe zou jij dit nou doen’ of ‘wat vind jij daar nou van’. Nou is dat tegenwoordig met Whatsapp, Facebook en ook mail om in contact te blijven met alles en iedereen wat makkelijker. Toch ken ik het gevaar van onder andere appen op afstand, zeker als je in een dusdanig andere omgeving/situatie bent …
Ik kan goed, heel erg goed alleen zijn, maar het verwerken van gebeurtenissen in je eentje is niet altijd even gemakkelijk. Ik heb dan een plekje, een rustpunt nodig, een plekje waar ik mezelf kan terugvinden.
Tijdens elke reis, in elke omstandigheid, overal heb ik altijd zo’n plek gehad waar ik tot rust kon komen, waar ik even tot mezelf kan komen, waar ik me even kon terugtrekken, waar ik (ongezien) een traantje kon laten vloeien. Die plek was er vroeger en is er ook nu altijd; ik vind ‘m op het moment dat ik hem nodig heb. Heerlijk is dat, ik hoef nooit te zoeken…
Ik herinner me vele plekken en plekjes; thuis in NL is dat vaak het strand, met mijn voeten in het zand, de geur van de zee in mijn neus en het geluid van de golven in mijn oren. Daar kan ik mijn hoofd zo heerlijk leeg laten waaien.
Hier in Mshiu Kenya, hier op het KidsCare Centre, heb ik ook zo’n plekje: de kippenren
Ja, het klinkt raar, ik weet het. Ik hou helemaal niet van kippen en al helemaal niet van die haan, die rond paradeert en mij aankijkt en seint ‘wat moet je hier?’. Maar toch… het is zo’n heerlijke plek, waar in het zand al die pootjes van de kippen staan, zonder afdrukken van mensenvoeten erbij, waar Poppy een beetje slaafs achter me aanloopt wherever I go, waar de geiten in hun hok een beetje verbaasd naar mij kijken.
Die kippenren met die gekke kippen met kale nekken, ik vind ze er echt niet uit zien.
Die kippenren waar in het kuikentjeshok allemaal kleine kippetjes met kale nekjes rondscharrelen.
Die kippenren waar gelukkig twee weken geleden ook (voor mij) normale kippen zijn gekomen, die naar ik verwacht normale kuikentjes zullen krijgen.
Die kippenren, met al die ruimte, dit is nog eens een ‘vrije-uitloop-ren’…
Ik kan heel lang kijken naar al die kippenkontjes, naast elkaar, als ze uit hun nieuwe voederbak, die Omari heeft gemaakt, hun eten pikken. Of als ze drinken uit de drinkbak, gemaakt door Fridah van een gele jerrycan (je snijdt er gewoon twee gaten in!) …
Ik kijk arrogant terug naar die haan, die zijn harem bij elkaar probeert te houden en enorm pissig wordt als een van zijn dames een aanloop neemt en op het hek ‘vliegt’.
Ik probeer te ontdekken hoe de pikorde hier in de ren nou eigenlijk geregeld is. Het blijft me een raadsel, hoe lang ik ook kijk.
Ik glimlach om Poppy, die zo houdt van de geur van kippenvoer en zijn neus steeds in de voederbak steekt, waarna de kippen aan komen rennen, boos omdat hij niet alleen ruikt, maar ook wel eens meesnoept van hun eten!
Soms, als ik verdrietig ben, ga ik zitten en wacht op Poppy die dan zijn kop met een zucht op mijn schoot legt en zijn ogen naar mij opslaat met zo’n blik van ‘kom op, het gaat wel weer over’.
En soms ook, als ik moe ben, roep ik Poppy en spreek hem streng toe: laat me vannacht nou eens rustig doorslapen, verdikkeme; dat geblaf van jou midden in de nacht ben ik echt even zat! En dan kijkt hij me aan en ik zie hem denken ‘ik ben een waakhond en ik moet dus laten weten dat die andere (wilde) honden niet dichterbij mogen komen, en die bushbabies van mijn kippen moeten wegblijven’. Ja ja ja… het is al goed
Die kippenren, met uitzicht op de bananenplanten, met in de hoek zijn grote watercontainer.
Die kippenren, vlak naast de ‘buitenkeuken’ van Fridah, waar ze grote pannen rijst kookt, of ugali en roert met enorme houten lepels. Waar ze wat rondscharrelt, soms even uitrust in haar tuinstoel, soms van de peperplant een groot aantal pepertjes plukt die ik terugvind in mijn eten. Waar die kleine Adisha in het zand speelt, hele verhalen houdt en haar eigen potje kookt van zandpap en roert met een stokje.
Ja, mijn plekje op het KidsCare Centre is de kippenren
Het is mijn rustplekje, mijn even-bijkom-plekje, mijn verwerkplekje, mijn glimlachplekje, mijn huilplekje, mijn troostplekje. Ik kan niet zonder zo’n plekje, ook hier in Kenya niet … en ik ben zo benieuwd: hebben andere mensen dat nou ook?
Met een nieuwsgierige groet
Grada